Webshop » Stripboeken beginnen met B » Blauwbloezen serie » De Blauwbloezen deel 18 Hoe het begon.

De Blauwbloezen deel 18 Hoe het begon.

De Blauwbloezen deel 18 Hoe het begon.



Facebook
Twitter

€ 3,50

Beschikbaar - Voorraad: 1

Hoe het begon.

Een vredig slapende Cornelius Chesterfield wordt gewekt door zijn moeder. Jawel, zijn moeder! Cornelius is nog niet in het leger. Hij werkt als hulp in de locale slagerij. En tot zijn ontsteltenis heeft de, niet al te aantrekkelijke, dochter van zijn baas (Charlotte) een oogje op hem. Iets wat zijn moeder best ziet zitten, maar zoonlief totaal niet. Aan het ontbijt is ook zijn, in een rolstoel zittende en naar het verleden verlangende, vader aanwezig. Eenmaal op zijn werk is hij maar wat blij dat hij een bezorging kan gaan doen. Op zijn weg loopt hij een bar binnen, The pacific. Bij de al wat kalende barman zet hij de bestelling neer. Een barman die wij maar al te goed kennen, het is Blutch. Dan horen ze een hoop muziek en gaan buiten kijken. Het leger komt voorbij en Cornelius krijgt een wat vreemde blik in zijn ogen. Maar terug naar de realiteit en de slagerij. Nadat hij maar ternauwernood aan Charlotte is ontkomen, wil hij zijn ouders vertellen dat hij een beslissing heeft genomen. Zijn moeder denkt dat hij wil gaan trouwen en Cornelius krijgt er geen woord tussen. Plompverloren stuurt ze hem met een boekt op pad. Dit tot ontsteltenis van zijn vader. Natuurlijk wilde Cornelius dit helemaal niet en loopt hij doodongelukkig de bar van Blutch binnen. De twee raken aan het praten en vooral drinken. Wanneer de twee volkomen dronken en alleen zijn, komt er een groepje soldaten de bar binnen. De soldaten ruiken een kans om nieuwe rekruten te "werven". En dronken als ze zijn zetten ze allebei hun handtekening. De carrière van de blauwbloezen is begonnen! De volgende ochtend ontdekken zijn moeder, zijn baas en Charlotte dat Cornelius dienst genomen heeft. Wanneer Cornelius en Blutch uit hun roes wakker worden, ontdekken ze het zelf ook. En dus worden de twee ingelijfd bij de infanterie. De training begint, maar is van korte duur. Al snel worden ze naar het front gestuurd. Helaas berust hun eerste gevecht op een tragische vergissing. Maar Cornelius heeft een idee. De cavalerie, dat lijkt hem wel wat. En dus worden hij en Blutch overgeplaatst. Nu zijn de twee niet bepaald van nature goede ruiters. Zodra de leiding daarachter is staan ze als stalknecht te werken. En dus gaan ze stiekem 's nachts oefenen en kunnen ze als nog iedereen overtuigen. Ze zijn cavalerist! Maar dan zijn er twee vrijwilligers nodig voor het 22ste cavalerie. De majoor laat iedereen een briefje in een pet gooien, maar de eerste zijn allemaal blank. Dan komt er een naar. Het is Chesterfield, die direct sergeant wordt en Blutch wordt korporaal. Dan horen ze de reden waarom niemand naar het 22ste wilde gaan. Niemand komt er namelijk ooit (levend) vandaan. Onderweg naar hun nieuwe dienstonderdeel zoeken ze hun oude stad even op. De vader van Cornelius (pardon sergeant Chesterfield natuurlijk) gaat met zijn vrouw de bar uitbaten. En de slager heeft een nieuw hulpje. Arme jongen! vouw in hoek voorblad