Webshop » Stripboeken beginnen met B » Blauwbloezen serie » De Blauwbloezen deel 33 Grumbler en zonen

De Blauwbloezen deel 33 Grumbler en zonen

De Blauwbloezen deel 33 Grumbler en zonen



Facebook
Twitter

€ 4,00

Beschikbaar - Voorraad: 1

Op een mooie dag rijden sergeant Chesterfield en korporaal Blutch over de vlakten van het westen van Amerika. Voor het eerst sinds lange tijd hoeven ze niet aan te vallen met het 22ste cavalerie. Ze zijn ditmaal met een andere opdracht op pad gestuurd. Op 08 juli 1862 werd in Washington de wet Morrill aangenomen. Deze wet verbood bigamie en polygamie. De wet richtte zich in eerste instantie op de mormoonse bevolkingsgroep in Utah. En zo zijn de twee blauwbloezen onderweg naar het stadje Bloomington waar zich ook mormonen hebben gevestigd. Hun opdracht is om er op toe te zien dat de nieuwe wet wordt nageleefd. Maar ze rijden nog maar net het stadje binnen of ze zijn getuige van een opstootje. Drie mannen slaan een vierde tegen de grond en het opmerkelijke is dat de man niets terug doet. Chesterfield en Blutch voelen zich dan ook genoodzaakt in te grijpen en een einde te maken aan het opstootje. De vechtersbazen bestaan uit een oudere man en twee jongere mannen. Al snel voegt een derde en vierde jongeman zich bij de groep die daarna het stadje verlaat. Het slachtoffer van de vechtpartij blijkt een lokale mormoon te zijn. Nadat Chesterfield en Blutch hun intrek hebben genomen in het hotel en zich hebben opgefrist, gaan ze navraag doen over het opstootje. De vechtersbazen blijken Arthur Grumbler en zijn zoons Waldo, Andy, Roy en Elliott te zijn. En de oude Grumbler kan de mormonen niet uitstaan. Nu wil het toeval dat zijn land grenst aan dat van de mormonengemeenschap. Gewapend met deze kennis gaan de twee cavaleristen op pad. Onderweg zien ze het land van de Grumblers dat er maar troosteloos bij ligt. Hoe anders zien de gronden van de mormonen er uit. Vol met gewassen. Eenmaal bij de mormonen aangekomen vraagt sergeant Chesterfield de leider van de groep te spreken. Terwijl de sergeant het gesprek aangaat kijkt korporaal Blutch eens rond. Dan komt er een mormoon voorbij met een blauw oog. Het blijkt dat Waldo Grumbler dit iedere keer doet wanneer er een lid van de mormonen in de buurt is. Verdekt opgesteld geeft de soldaat de jonge Grumbler eens een koekje van eigen deeg. Aan het einde van de dag gaan de twee weer terug naar Bloomington, waarbij de sergeant merkwaardig stil is. De volgende dag volgt hetzelfde ritueel, alleen gaat Blutch nu eens een praatje maken met de oude Grumbler. Het blijkt dat hij vier nietsnutten als zoons heeft. Blutch raadt hem aan zijn zoons eens wat meer achter de vodden te zitten in plaats van de mormonen lastig te vallen. Die nacht blijft sergeant Chesterfield bij de mormonen. Wanneer Blutch de volgende ochtend terugkomt, krijgt hij de schok van zijn leven. Chesterfield wil deserteren en bij de mormonen blijven! Nu is de korporaal wel voor deserteren, maar dan wel van zichzelf. Hij denkt ook dat de sergeant een grote fout maakt en moet hem van zijn vergissing zien te overtuigen. Maar hoe?