Kuifje 19 in Tibet
€ 4,50
Op vakantie in de Alpen valt Kuifje in slaap tijdens een partijtje schaak met Kapitein Haddock. Hij krijgt een nachtmerrie over zijn oude Chinese vriend Tchang (De Blauwe Lotus). De volgende morgen krijgt hij een brief van Tchang waarin deze zijn komst naar Europa aankondigt. Maar een bericht in de krant meldt de dood van Tchang na een vliegtuigramp boven het gebergte van de Himalaya. Kuifje kan het niet geloven, en meent uit zijn droom op te maken dat Tchang nog leeft. Met Bobbie en de kapitein reist hij naar Kathmandu. Daar maken ze contact met de sherpa Tharkey. Hoewel zowel Tharkey als Haddock de reis als zinloos beschouwen, besluiten ze toch mee te gaan met Kuifje. Tharkey regelt ook een groep dragers, maar die laten hen uiteindelijk in de steek uit angst voor de Yeti, na het vinden van vreemde voetsporen.
Het drietal komt uiteindelijk aan bij het wrak van het vliegtuig. Kuifje gaat op onderzoek, en komt in een grot terecht, waar de naam van Tchang in een rots gekrast staat. Tchang leeft dus nog. Op de terugtocht naar het vliegtuig komen Kuifje en Bobbie echter in een sneeuwstorm terecht, waarbij Kuifje een glimp opvangt van de Yeti, maar in een spelonk valt. Als de storm voorbij is komt de groep weer bij elkaar.
Omdat de kans op overleving van Tchang heel gering is, en het zoeken onbegonnen werk zal zijn, gaat Tharkey weer terug. Kuifje besluit toch door te gaan na het zien van een gele sjaal aan een bergwand. Nadat Haddock moed ingedronken heeft besluiten ze samen de bergwand te beklimmen, aan elkaar verbonden door een touw. Haddock valt echter, en Kuifje kan hem niet optrekken. Als Haddock zichzelf los wil snijden om Kuifje te redden komt Tharkey hen echter te hulp. De sherpa heeft besloten om mee te gaan, omdat hij Kuifjes onbaatzuchtigheid bewondert.
's Nachts komen er meer problemen. Eén van de slaaptenten waait weg bij het opzetten (in het gezicht van de Yeti), en de andere is veel te klein waardoor hij kapot gaat. De groep moet nu verder blijven trekken, want inslapen zal in de vrieskou hun dood betekenen. Uitgeput komen ze aan bij de rand van de Tibetaanse hoogvlakte, en zien een Boeddhistisch klooster. Ze hebben het klooster echter nauwelijks gezien of ze komen in een lawine terecht. Een gewonde Kuifje stuurt Bobbie naar het klooster met een boodschap, maar Bobbie verliest het papier. Toch herkent een monnik Bobbie als een hond uit het visioen van Gezegende Bliksem, een leviterende helderziende monnik. Bobbie leidt hen naar de drie slachtoffers, die gered worden.
Twee dagen later krijgt Gezegende Bliksem weer een visioen, waarin Tchang zich bevindt in "de Muil van de Yak", waar de "Migou" bij hem is. De abt legt uit dat de Muil van de Yak een grot is, en dat de Migou een Tibetaanse naam is voor de Yeti. Haddock gelooft niet in visioenen en besluit, net als de gewonde Tharkey, terug te gaan naar Nepal. Kuifje gaat alleen naar een dorp in de buurt van de grot, waar men hem verzekert dat de Yeti vaak in de grot komt. Haddock is Kuifje alsnog achterna gekomen en gaat mee naar de Muil van de Yak. Als de Yeti naar buiten is gegaan gaat Kuifje alleen de grot in, met Haddock op de uitkijk. In de grot treft Kuifje een koortsachtige, zieke Tchang aan. De Yeti komt echter terug en probeert Kuifje aan te vallen, maar die verjaagt hem met de flits van zijn fototoestel. Tchang vertelt dat hij, als enige overlevende van de vliegramp, een grot invluchtte, waar hij door de Yeti werd aangetroffen. De Yeti gaf Tchang te eten, maar nam hem uiteindelijk mee naar een andere plek toen een hulpexpeditie naar het wrak kwam. Het valt Kuifje op dat Tchang spreekt van een "arme sneeuwman" in plaats van een "verschrikkelijke". Als Kuifje, Haddock en Tchang later weer naar Nepal vertrekken, wijst Tchang er nog eens op dat de Yeti wel degelijk iets menselijks in zich heeft. goed,rug wat verkleurd.