Roodbaard deel 03 Het brandmerk van de koning oude
€ 4,50
Let op dit is een oudere versie,zie foto.
Op een stromachtige nacht vaart 'De zwarte valk' langs de Franse kust. Eindelijk ontwaart de bemanning een lichtteken van de wal. Roodbaard is terug. Een sloep wordt gestreken om de kapitein van 'De zwarte valk' op te halen. Aan wal voert Roodbaard een heftige discussie met zijn zoon Erik, die hij zojuist uit de Bastille bevrijdt heeft. De piraat wil dat zijn zoon met hem mee gaat. In Frankrijk is hij een gezocht man. Maar Erik heeft zijn besluit genomen. Hij wil niet het leven van een piraat volgen. Om uit handen van de politie te blijven zal hij weer de naam João de Sao Martin Y Marquès gaan gebruiken (zie het vorige album). Omdat Driepoot en Baba teveel opvallen, gaat hij alleen verder. Bovendien had Erik een aanbod van de gebroeders Kermandieu, reders uit Saint-Malo. Ze wilden Erik graag inhuren als kapitein. En zo scheiden wederom de wegen van Roodbaard en Erik.
Enkele dagen later is Erik dan ook in Saint-Malo en biedt de broers zijn diensten aan. Een aanbod waar graag gebruik van wordt gemaakt. Erik krijgt het bevel over het schip 'De spotvogel'. Hiermee moet hij in geheim een grote lading goud naar overzeese gebieden vervoeren. Maar al direct komt iemand het geheim te weten. Aan de deur staat tweede stuurman De Gevezon luistervinkje te spelen. Maar Erik betrapt hem en laat hem geheimhouding beloven. Nu kleven er wel meer kwalijke kantjes aan De Gevezon. Hij moet Saint-Malo wel verlaten in verband met zijn grote schulden. Maar De Gevezon is niet het enige probleem voor Erik aan boord van 'De spotvogel'. De eerste stuurman, Piet de Kraker, had er op gerekend dat hij het bevel zou krijgen. En nu krijgt hij te maken met een onbekende kapitein. Zo is de basis van de vijandschap tussen de drie mannen gelegd. Ondanks een aantal problemen vertrekt 'De spotvogel' op tijd. Erik handhaaft de discipline aan boord. Maar dan komen de problemen. De Kraker wordt achterdochtig naar de identiteit van Erik. Hij gelooft niet dat Erik is wie hij zegt dat hij is. En dus gaat hij de kajuit van Erik doorzoeken. In de voering van een jas treft hij tenslotte een medaillon aan met op de achterkant een inscriptie. Nu weet De Kraker dat Erik de zoon is van Roodbaard. Maar de scheepsjongen, die eerder door Erik was gered van een pak ransel, waarschuwt zijn kapitein. Het is echter te laat. Erik sluit De Kraker, die net doet alsof hij op zoek was naar goud, in de boeien. Nu laat de eerste stuurman De Gevezon bij zich komen. Aan hem vertelt hij het geheim van Erik. Een lachende De Gevezon onthult op zijn beurt dat ze in werkelijkheid een grote hoeveelheid goud vervoeren. De twee beraden een complot om het goud te stelen en Erik de schuld te geven. Nadat De Karaker aan dek is gebracht wordt de echte identiteit van Erik onthult. De bemanning keert zich tegen hem en zijn laatste uur lijkt geslagen. Maar net op dat moment vallen Moorse piraten 'De spotvogel' aan. De Kraker wordt gedood in het gevecht en De Gevezon vlucht van boord. Erik ziet nog wel kans het schip op te blazen. Nadat het gezonken is lijken Erik en de scheepsjongen de enige overlevenden. Maar De Gevezon heeft zichzelf ook in veiligheid kunnen brengen en beraamt een plan om naar Frankrijk terug te keren. Erik en de scheepsjongen worden door de piraten opgepikt. Voor de scheepsjongen zal een losgeld worden gevraagd, maar Erik zal als slaaf verkocht worden in Algiers. Na enige tijd lukt het Erik om te vluchten, dankzij de hulp van Aïcha. Zij is de zus van Baba en Erik beloofd haar te komen redden als zijn ontsnapping lukt. Met enig fortuin komt Erik weer in Saint-Malo, maar De Gevezon heeft zijn verhaal al verspreidt. Erik, wiens werkelijke naam nu bekend is, krijgt de schuld van het verdwenen goud. Gelukkig voor hem duikt net op tijd de scheepsjongen op, die de waarheid onthult. De Gevezon is dan al gevlucht en Erik wordt toch veroordeeld omdat hij een tijd bij Roodbaard heeft doorgebracht. Zijn volgende bestemming zijn de galeien.
Enkele dagen later is Erik dan ook in Saint-Malo en biedt de broers zijn diensten aan. Een aanbod waar graag gebruik van wordt gemaakt. Erik krijgt het bevel over het schip 'De spotvogel'. Hiermee moet hij in geheim een grote lading goud naar overzeese gebieden vervoeren. Maar al direct komt iemand het geheim te weten. Aan de deur staat tweede stuurman De Gevezon luistervinkje te spelen. Maar Erik betrapt hem en laat hem geheimhouding beloven. Nu kleven er wel meer kwalijke kantjes aan De Gevezon. Hij moet Saint-Malo wel verlaten in verband met zijn grote schulden. Maar De Gevezon is niet het enige probleem voor Erik aan boord van 'De spotvogel'. De eerste stuurman, Piet de Kraker, had er op gerekend dat hij het bevel zou krijgen. En nu krijgt hij te maken met een onbekende kapitein. Zo is de basis van de vijandschap tussen de drie mannen gelegd. Ondanks een aantal problemen vertrekt 'De spotvogel' op tijd. Erik handhaaft de discipline aan boord. Maar dan komen de problemen. De Kraker wordt achterdochtig naar de identiteit van Erik. Hij gelooft niet dat Erik is wie hij zegt dat hij is. En dus gaat hij de kajuit van Erik doorzoeken. In de voering van een jas treft hij tenslotte een medaillon aan met op de achterkant een inscriptie. Nu weet De Kraker dat Erik de zoon is van Roodbaard. Maar de scheepsjongen, die eerder door Erik was gered van een pak ransel, waarschuwt zijn kapitein. Het is echter te laat. Erik sluit De Kraker, die net doet alsof hij op zoek was naar goud, in de boeien. Nu laat de eerste stuurman De Gevezon bij zich komen. Aan hem vertelt hij het geheim van Erik. Een lachende De Gevezon onthult op zijn beurt dat ze in werkelijkheid een grote hoeveelheid goud vervoeren. De twee beraden een complot om het goud te stelen en Erik de schuld te geven. Nadat De Karaker aan dek is gebracht wordt de echte identiteit van Erik onthult. De bemanning keert zich tegen hem en zijn laatste uur lijkt geslagen. Maar net op dat moment vallen Moorse piraten 'De spotvogel' aan. De Kraker wordt gedood in het gevecht en De Gevezon vlucht van boord. Erik ziet nog wel kans het schip op te blazen. Nadat het gezonken is lijken Erik en de scheepsjongen de enige overlevenden. Maar De Gevezon heeft zichzelf ook in veiligheid kunnen brengen en beraamt een plan om naar Frankrijk terug te keren. Erik en de scheepsjongen worden door de piraten opgepikt. Voor de scheepsjongen zal een losgeld worden gevraagd, maar Erik zal als slaaf verkocht worden in Algiers. Na enige tijd lukt het Erik om te vluchten, dankzij de hulp van Aïcha. Zij is de zus van Baba en Erik beloofd haar te komen redden als zijn ontsnapping lukt. Met enig fortuin komt Erik weer in Saint-Malo, maar De Gevezon heeft zijn verhaal al verspreidt. Erik, wiens werkelijke naam nu bekend is, krijgt de schuld van het verdwenen goud. Gelukkig voor hem duikt net op tijd de scheepsjongen op, die de waarheid onthult. De Gevezon is dan al gevlucht en Erik wordt toch veroordeeld omdat hij een tijd bij Roodbaard heeft doorgebracht. Zijn volgende bestemming zijn de galeien.