Roodbaard deel 25 Piraten in Indische wateren
€ 15,00
Omdat de gouden tijden van de Antilliaanse piraterij was afgelopen verlegde de Zwarte Valk haar werkterrein naar andere wateren. Deze strekte zich uit van de Stille Oceaan tot aan de Indische Oceaan. Dankzij de kaperbrief van de Franse koning konden Roodbaard en zijn zoon Erik hun activiteiten in deze zeeën voortzetten. Op een dag komt de Zwarte Valk aan in de golf van Bengalen met een oorlogsbuit. Het is het Engelse koopvaardijschip Exeter. Zodra de schepen in de haven liggen komt er een sloep naar de Zwarte Valk geroeid. Het is een boodschapper van de Franse gouverneur. Volgens de boodschapper wil gouverneur Dupleix de kapitein van het kaperschip spreken. En dus begeeft Erik zich aan wal en meldt zich bij de gouverneur. Sinds een maand verdwijnen schepen van de Franse Indische Compagnie op onverklaarbare wijze. Ze zijn spoorloos. Volgens Dupleix zijn het Engelse zeerovers die het voorzien hebben op de bevoorrading. Maar aangezien de gouverneur geen oorlogsschepen ter beschikking heeft, mobiliseert hij de Zwarte Valk om de vaarroute veilig te stellen. Bovendien mogen Erik en zijn mannen alles houden wat ze buitmaken. Erik beseft dat hij weinig keus heeft en geeft zijn woord als officier. Wanneer hij terug is op de Zwarte Valk wordt het nieuws niet echt enthousiast ontvangen maar iedereen beseft dat ze zich bij de omstandigheden moeten neerleggen. Terwijl de Exeter wordt opgelapt en de Zwarte Valk wordt beladen bekijken Erik, Roodbaard en Driepoot de mogelijkheden. Erik beseft dat de Engelsen een plek hebben gevonden waar alle schepen langs moeten. En dat moet wel de vaarengte tegenover Ceylon (het huidige Sri Lanka) zijn. Daar hebben de Engelsen immers ook forten. De zoon van Roodbaard beseft ook dat de Engelsen spionnen moeten hebben in de Franse haven, daarom heeft hij een list bedacht. Om er voor te zorgen dat bijna niemand op de hoogte is van het plan, gaat Erik een paar dagen later bij het krieken van de dag naar de gouverneur. Dupleix heeft zelf ook nieuws. Een paar dagen geleden pikten vissers een halfdode matroos op uit zee. Hij bleek Radji te heten en is de zoon van de maharadja van Radjaputala, een bondgenoot van de Fransen. Tippoo Shahib, de vader van Radji, wordt aangevallen door prins Shamir. De prins krijgt steun van de Engelsen. De maharadja heeft slechts een paar oude kanonnen om zich te verdedigen. Daarom heeft de gouverneur voor Erik een tweede opdracht. Hij moet ook wapens en munitie naar de maharadja brengen. Nu wil Erik de opdracht wel uitvoeren, maar wel op zijn manier. Hij neemt de gouverneur in vertrouwen. Het plan lijkt te werken want de mannen die voor de Engelsen spioneren zien dat de Exeter volgeladen wordt met wapens en munitie. Met een duif wordt deze informatie naar de Engelsen overgebracht. Maar hier had Erik juist opgerekend. Waar hij geen rekening mee heeft gehouden is de opvliegendheid van Radji en de afgezant van de Franse gouverneur. Het wordt nog een hele tour op de opdracht tot een goed einde te brengen.