Wipneus en Pim bij de rovers
€ 5,00
Koning Goedhart heeft de bibberziekte. Hij is zo ziek dat hij misschien wel dood gaat. Ook dokter Knippeling kan niets doen. Alleen Tante Boterbloem kan helpen, want zij heeft een toverdrankje. Wipneus en Pim gaan op pad met de Zilveren vis. Onderweg naar tante Boterbloem verslaan ze een zeedraak. Ze komen aan op het eiland, waar tante Boterbloem woont. Tante Boterbloem is erg bang, want de rovers hebben haar beroofd. Zij kan geen toverdrankjes meer maken, want de rovers hadden het gouden schaartje, het gouden lepeltje en het gouden pannetje meegenomen. Wipneus en Pim gaan op zoek naar de rovers. Ze krijgen van tante Boterbloem toverballetjes waarmee ze in alles kunnen veranderen wat ze willen (en weer terug). Na een lange tocht over zee komen Wipneus en Pim bij een uitgestorven huis. Wipneus moet per ongeluk drie keer niesen. Daardoor wordt een betovering verbroken en komen de Speelgoedkabouters met hun koning Wittebaard weer tot leven. De volgende dag komen Wipneus en Pim 's avonds bij het huis van de rovers. Ze worden echter gevangen genomen door de roverhoofdman Baddiboeli. De rover wil Wipneus en Pim in het water gooien om ze zo te dwingen om te praten. Wipneus en Pim gebruiken echter hun toverballetjes om zichzelf in vissen te veranderen en zo ongezien weer bij het huis van de rovers te komen. Daar nemen ze weer een toverballetje en veranderen in tijgers. Zo overmeesteren Wipneus en Pim de rovers en vinden de gestolen spullen. Ze gaan terug naar tante Boterbloem, die nu een toverdrankje kan maken. Wipneus en Pim gaan terug naar huis, koning Goedhart krijgt zijn drankje en wordt weer beter. Tot slot houden de kabouters een groot feest.