Wipneus en Pim en het circus

Het gaat slecht met circus Snorrini. Niemand komt nog kijken. Het circus staat in het bos om te ovrenachten. De boeven Brambel en Brombel sluipen rond; zij willen de pony's van het circus stelen. De oude circustijger Peggie voorkomt dit. Maar … de volgende ochtend blijkt Peggie verdwenen! Wipneus en Pim komen een kijkje nemen bij het circus. Ze worden gevangen door Freek, de clown, die denkt dat ze dieven zijn. Als ze praten met Snorrini en vertellen van al hun avonturen, komt alles weer goed. Daarna gaan ze met z'n allen naar het paleis. Koning Goehart heeft een zere kies die er eigenlijk moet. Dokter Pillendoos zegt tegen de koning dat hij drie dagen gele pap moet eten en dan kan de kies eruit. Maar helaas, de koning lust helemaal geen pap. Liever heeft hij ham met eieren. Gelukkig hebben Wipneus en Pim een oud boekje. Daarin staat hoe je met ruitekruid iemand kan genezen van een zieke kies. En zo gebeurt het. Maar Peggie, de tijger, is natuurlijk nog steeds niet tercht. Wipneus en Pim gaan op onderzoek uit. Dan komen ze de baron en zijn knecht Valentinus tegen. Zij hebben pech met hun wagen. Wipneus en Pim helpen, maar worden als dank gevangen genomen door de Baron en opgesloten! Ze ontdekken dat onder de vloer van de kamer waar ze gevangen gehouden worden, de arme tijger Peggie zit opgesloten. Brambel en Brombel sluipen ook nog steeds rond om dingen te stelen. Het lukt Wipneus en Pim om ze te vangen met de hulp van Peggie. De baron probeert nog van koning Goedhart geld te krijgen, omdat hij Wipneus en Pim gevangen houdt. Maar Wipneus en Pim zijn al lang vrij en het lukt ze om ook de Baron nog te vangen. En zo komen ze terug in het paleis. De tijger is terecht, de boeven zijn gevangen en dan is er natuurlijk groot feest.